Balanslezen

Lees maar, er staat niet wat er staat.”

Kent je die uitdrukking? Hij is van de dichter Martinus Nijhoff.

Als die nou ergens niet van toepassing is, dan is het toch bij jaarverslagen en de Kamer van Koophandel, zou je zeggen. Niets minder waar dan dat. Maar dat is toch een betrouwbare overheidsinstelling?

Volgens de wet in artikel 362, lid 1 is een jaarrekening bedoeld om “…inzicht te geven in het vermogen en de winst…” om op basis daarvan verantwoorde beslissingen te nemen.

Transparantie zou je zeggen; nou lees dan de wetstekst maar eens door, dan kom je wel op andere gedachten.

“Heb je weleens een jaarrekening opgevraagd bij de Kamer van Koophandel (KvK)?” vraag ik soms aan studenten. Dat kost je €3,15 per aanvraag. En wat krijg je dan?

Als je de jaarrekening van bijvoorbeeld een grote Nederlandse multinational zoekt, krijg je al gauw 195 verschillende, kleine, enkelvoudige, vennootschappelijke jaarrekeningen te zien. Dat kost je dan een slordige €600 en je bent er twee dagen mee bezig. En dan is het nog maar de vraag of je er wel wat aan hebt en hoeveel werk je er nog aan hebt om alles een beetje overzichtelijk te maken.

Een kleinere dan, maar toch nog heel behoorlijk, waar ongeveer 200 mensen werken. Dat levert 14 enkelvoudige jaarrekeningen op.

Maar daar heb je niets aan, ze moeten eerst worden samengevoegd tot een zogenaamde geconsolideerde jaarrekening. Dan pas gaat het wat betekenen.

Dus met één van die 14 (of 195!) enkelvoudige jaarrekeningen kun je eigenlijk niets beginnen; gooi maar gelijk in het vierkant archief.

Het is misschien beetje cynisch om te zeggen dat die dingen helemaal niet bedoeld zijn om inzicht te geven en transparantie. Nee, ze moeten eigenlijk het liefste zoveel mogelijk verhullen.

Vaak reageren mijn studenten verbaasd en geschokt als ik dat zeg.

En dan nog zitten er volop onzekerheden in balansen.

Wat dacht je van stille en geheime reserves? Zichtbare eigen vermogen of netto vermogenswaarde?

Moeten de voorzieningen voor dubieuze debiteuren en reorganisaties omhoog of omlaag?

Materiële reserves of formele reserves? Gouden balansregel of niet?

Zijn de bedrijfsopbrengsten verkocht of is er alleen op voorraad geproduceerd?

Om er maar eens een paar te nomen.

Het zichtbare eigen vermogen is wat je op de balans ziet staan, maar daar zitten bewust of onbewust allerlei vertroebelingen in. Hebben de gebouwen bijvoorbeeld een hogere of lagere waarde dan er op de balans staat? Dat weet je alleen als je ze te koop zet; of een beëdigd taxateur langs laat komen om ze te taxeren. Hetzelfde geldt voor machines en winkelinventaris. Zijn de voorraden up to date of zitten er misschien ‘winkeldochters’ tussen? En de debiteuren, gaan die allemaal netjes op tijd betalen of zitten er wanbetalers tussen?

Dat kan allemaal de echte waarde (of netto vermogenswaarde) flink beïnvloeden.

En een bedrijf kan dat ook allemaal van het ene op het andere jaar flink laten schommelen; net zoals het uitkomt, daar is niets illegaals aan.

Een andere mooie truc is het zgn. ‘activeren van productontwikkeling’. Onlangs hoorde ik van een  bedrijf dat een nieuw procedé had ontwikkeld voor ‘volkomen geruisloze cassettebandjes’ (ja echt!).

Daar hebben ze ook nog eens een keer een WBSO-subsidie voor gekregen.

“Hoe bestaat het?” denk je dan. In 2021 en dan geruisloze cassettebandjes; de millenniumgeneratie weet niet eens wat dat voor dingen zijn.

Tussen haakjes, moet je eens kijken op ‘Subsidie- en financieringswijzer’.

177 resultaten op 14-04-2021; daar moet er toch eentje voor mij tussen zitten.

Maar goed, activeren dus. Dat is overhevelen van kosten vanaf de winst- en verliesrekening naar de balans. Daarmee dalen de kosten (en stijgt de winst!) en nemen de bezittingen toe, en dus ook de netto vermogenswaarde.

Komt het volgend jaar beter uit om de netto vermogenswaarde een beetje lager te maken?

Nou, dan schroeven we die ontwikkelingskosten toch weer omlaag; geen probleem.

Eén van de mooiste dingen is altijd nog wel het gebabbel over EBITDA.

Ik vraag altijd aan een groep studenten bij wie die term in het bedrijf wordt gebruikt; alle vingers omhoog.

Dan vraag ik wat dat betekent; geen enkele vinger. Iets met winst ofzo en interest … maar dat laatste woord…?

De term EBITDA (earnings before interest, taxes, depreciation and amortization) is in de mode gekomen in de jaren na de internetbubbel van rond het jaar 2000.

Toen zijn er enorme bedragen in allerlei min of meer dubieuze internetprojecten gestoken, die achteraf weggegooid geld bleken te zijn.

Dat drukte de bedrijfsresultaten natuurlijk flink. Als je nu die cijfers zónder de afschrijvingen van dat weggegooide geld kunt laten zien, dan ziet het er alweer een stuk florissanter uit.

En zo is het gekomen; niemand die dat weet en dat willen we graag zo houden.

Tenslotte wil ik een mooie truc voor slechte of incapabele directeuren niet onthouden; doe er je voordeel mee, of je nu aan de ene kant van de tafel zit of aan de andere…

De wet op de jaarrekening (BW 2 Titel 9) schrijft onder meer voor welk model, welke lay-out je moet gebruiken voor een balans en een winst- en verliesrekening.

Een daarvan (model E) schrijft voor dat je onverkochte voorraden moet optellen bij de som der bedrijfsopbrengsten en dus bij de winst.

Echt waar. Dat biedt mogelijkheden.

Dus als je directeur of manager bent en je doet je werk gewoon slecht, waardoor je te weinig verkoopt, dan laat je de machines op volle toeren draaien alsof er niets aan de hand is.

Lekker veel werk, iedereen in het bedrijf blij.

De magazijnen lopen een beetje vol; maar dat is natuurlijk zogenaamd om te kunnen anticiperen op de sterke stijging van de marktvraag.

Goede timing en een compliment voor het goede beleid. Aandeelhouders ook weer tevreden.

Dat het in feite gaat om onverkoopbare producten, tja dat hoeft toch niemand te weten?

Mag je die dan zomaar zonder problemen optellen bij de verkopen en dus bij de winst?

Precies, zo zit het.

Er moet bij gezegd worden, dat dit ooit een keer gaat opvallen en dan zijn de rapen gaar natuurlijk.

Nog niks aan de hand, als je maar gewoon voor die tijd een nieuwe baan hebt; daar kun je dan ook nog eens een mooi CV laten zien, waarop blijkt dat jij de winst sterk kunt laten stijgen.

En dat kan best lang duren. Vorig jaar (najaar 2020) liep ik rond in een magazijn van een grote witgoedhandelaar die daar stapels bruine koelkasten had staan. Je weet wel, van die dingen die in de jaren ’70 zo hip waren. Die zijn nu natuurlijk geen stuiver meer waard, maar ze stonden gewoon nog steeds voor het volle pond op de balans. Niks aan de hand.

Denk eraan, debet op een balans staan de bezittingen en credit de schulden en het eigen vermogen.

Dus hoe hoger debet (bruine, onverkoopbare koelkasten), hoe hoger het eigen vermogen; want de schulden veranderen daar natuurlijk niet door.

Aandeelhouders blij; jij weer een mooie bonus voor dit jaar, iedereen gelukkig. Mooi toch?